Het is verplicht te handelen met inachtneming van de principes van onafhankelijkheid, objectiviteit, bekwaamheid en waardigheid, en de opdrachten uit te voeren met inachtneming van de
beroepsnormen. De naleving van de deontologische regels wordt gewaarborgd door de toezichtsactiviteiten van het Instituut en, indien nodig, repressief door onafhankelijke tuchtrechtelijke instanties onder het voorzitterschap van een magistraat.